Diagnose
Voordat de diagnose POTS gesteld wordt, zijn er vaak al meerdere onderzoeken geweest die geen eenduidige uitslag gaven. De mensen die dit ervaren komen vaak terecht bij een internist, cardioloog en vele ook bij een psycholoog of psychiater. Vaak wordt er eerst, onterecht, gedacht aan een psychische stoornis zoals depressiviteit of een angststoornis. Dit is niet heel gek, gezien de symptomen van POTS kunnen lijken op die van een psychische stoornis. Een patiënt met POTS kan voldoen aan criteria die gesteld worden bij een depressie of angststoornis, maar de onderliggende oorzaak ligt bij het autonome zenuwstelsel. Om zeker te zijn van de diagnose POTS, kan een kanteltafeltest bevestiging geven.
Hartfilmpje - ECG
Bij vele mensen met symptomen die horen bij POTS wordt eerst een hartfilmpje, ECG, gemaakt. De patiënt ligt op een tafel en een laborant plakt elektroden op de borst. Bij dit onderzoek zal de patiënt geen ongemakken ervaren. Meestal is de ECG van een liggende POTS patiënt goed. Dit onderzoek gebeurt om andere onderliggende afwijkingen van het hart uit te sluiten. Daarvoor wordt soms ook een echo van het hart gemaakt.
Kanteltafeltest
Door middel van de kanteltafeltest kan de werking tussen het hart en de hersenen zichtbaar gemaakt worden. De patiënt ligt op een onderzoekstafel en wordt aangesloten op meetapparatuur die de hartslag en bloeddruk meten. Omdat de tafel omhoog gekanteld wordt, wordt de patiënt vastgezet met veiligheidsbanden over de borst, buik en benen. De hartslag en bloeddruk worden in liggende positie gemeten, dit duurt een aantal minuten. Daarna zal de tafel gekanteld worden naar 70°, een bijna rechtop staande positie. Het is van belang dat de patiënt het lichaam dan ontspant, de beenspieren moeten zo veel mogelijk ontspannen zijn.
Tijdens de meting kan de patiënt een flauwte ervaren of zelfs flauwvallen. Dan zal de tafel meteen weer naar liggende positie gebracht worden. Aanwezige onderzoekers zullen de patiënt ook vragen om bevindingen door te geven.
Sommige onderzoekers zullen ook de bloedstroom van de halsslagaders meten door middel van een echo. Hiermee wordt gekeken of er een verminderde hoeveelheid bloed naar de hersenen gaat tijdens de periode van staan.
Bloed- en urinetest
Om andere ziektes uit te sluiten, wordt het bloed ook vaak getest. Dit is meestal al gebeurd voordat iemand een kanteltafeltest ondergaat.
De nieren, lever en schildklierwaarden zullen getest worden door een bloedonderzoek en een verzameling van 24-uurs urine.
Psychologisch onderzoek
Veel mensen komen in aanraking met een psycholoog, psychiater of psychotherapeut. Veel (huis)artsen zijn onbekend met de aandoening en verwachten dat de klachten van de patiënt voortkomen uit een Angststoornis of Depressie. Vaak gaan deze klachten wel gepaard bij mensen met een chronische aandoening. Velen worden uit hun dagelijkse ritme gehaald en zijn (letterlijk) zichzelf niet meer. Dat betekent niet dat als de angstaanvallen of depressie verholpen zijn, dat de POTS ook verholpen is.
Hier vindt u een goed artikel, in het Engels, van een Australische Neuropsycholoog. Zij legt hierin uit dat depressies en angstaanvallen een veel voorkomend fenomeen is bij mensen met POTS. Ook wordt er duidelijk omschreven dat dit voortkomt uit de POTS en niet andersom. Kortom: een handig artikel om mee te nemen naar een (behandelend) arts.
Voordat de diagnose POTS gesteld wordt, zijn er vaak al meerdere onderzoeken geweest die geen eenduidige uitslag gaven. De mensen die dit ervaren komen vaak terecht bij een internist, cardioloog en vele ook bij een psycholoog of psychiater. Vaak wordt er eerst, onterecht, gedacht aan een psychische stoornis zoals depressiviteit of een angststoornis. Dit is niet heel gek, gezien de symptomen van POTS kunnen lijken op die van een psychische stoornis. Een patiënt met POTS kan voldoen aan criteria die gesteld worden bij een depressie of angststoornis, maar de onderliggende oorzaak ligt bij het autonome zenuwstelsel. Om zeker te zijn van de diagnose POTS, kan een kanteltafeltest bevestiging geven.
Hartfilmpje - ECG
Bij vele mensen met symptomen die horen bij POTS wordt eerst een hartfilmpje, ECG, gemaakt. De patiënt ligt op een tafel en een laborant plakt elektroden op de borst. Bij dit onderzoek zal de patiënt geen ongemakken ervaren. Meestal is de ECG van een liggende POTS patiënt goed. Dit onderzoek gebeurt om andere onderliggende afwijkingen van het hart uit te sluiten. Daarvoor wordt soms ook een echo van het hart gemaakt.
Kanteltafeltest
Door middel van de kanteltafeltest kan de werking tussen het hart en de hersenen zichtbaar gemaakt worden. De patiënt ligt op een onderzoekstafel en wordt aangesloten op meetapparatuur die de hartslag en bloeddruk meten. Omdat de tafel omhoog gekanteld wordt, wordt de patiënt vastgezet met veiligheidsbanden over de borst, buik en benen. De hartslag en bloeddruk worden in liggende positie gemeten, dit duurt een aantal minuten. Daarna zal de tafel gekanteld worden naar 70°, een bijna rechtop staande positie. Het is van belang dat de patiënt het lichaam dan ontspant, de beenspieren moeten zo veel mogelijk ontspannen zijn.
Tijdens de meting kan de patiënt een flauwte ervaren of zelfs flauwvallen. Dan zal de tafel meteen weer naar liggende positie gebracht worden. Aanwezige onderzoekers zullen de patiënt ook vragen om bevindingen door te geven.
Sommige onderzoekers zullen ook de bloedstroom van de halsslagaders meten door middel van een echo. Hiermee wordt gekeken of er een verminderde hoeveelheid bloed naar de hersenen gaat tijdens de periode van staan.
Bloed- en urinetest
Om andere ziektes uit te sluiten, wordt het bloed ook vaak getest. Dit is meestal al gebeurd voordat iemand een kanteltafeltest ondergaat.
De nieren, lever en schildklierwaarden zullen getest worden door een bloedonderzoek en een verzameling van 24-uurs urine.
Psychologisch onderzoek
Veel mensen komen in aanraking met een psycholoog, psychiater of psychotherapeut. Veel (huis)artsen zijn onbekend met de aandoening en verwachten dat de klachten van de patiënt voortkomen uit een Angststoornis of Depressie. Vaak gaan deze klachten wel gepaard bij mensen met een chronische aandoening. Velen worden uit hun dagelijkse ritme gehaald en zijn (letterlijk) zichzelf niet meer. Dat betekent niet dat als de angstaanvallen of depressie verholpen zijn, dat de POTS ook verholpen is.
Hier vindt u een goed artikel, in het Engels, van een Australische Neuropsycholoog. Zij legt hierin uit dat depressies en angstaanvallen een veel voorkomend fenomeen is bij mensen met POTS. Ook wordt er duidelijk omschreven dat dit voortkomt uit de POTS en niet andersom. Kortom: een handig artikel om mee te nemen naar een (behandelend) arts.